FI/40/18 - 
Wen Hagasin
FI/40/18 - 
Wen Hagasin
FI/40/18 - 
Wen Hagasin
FI/40/18 - 
Wen Hagasin
FI/40/18 - 
Wen Hagasin
FI/40/18 - 
Wen Hagasin
FI/40/18 - 
Wen Hagasin
FI/40/18 - 
Wen Hagasin
FI/40/18 - 
Wen Hagasin
FI/40/18 - 
Wen Hagasin
FI/40/18 - 
Wen Hagasin
FI/40/18 - 
Wen Hagasin
FI/40/18 - 
Wen Hagasin
FI/40/18 - 
Wen Hagasin
FI/40/18 - 
Wen Hagasin
FI/40/18 - 
Wen Hagasin
FI/40/18 - 
Wen Hagasin
FI/40/18 - 
Wen Hagasin
FI/40/18 - 
Wen Hagasin
FI/40/18 - 
Wen Hagasin
FI/40/18 - 
Wen Hagasin
FI/40/18 - 
Wen Hagasin
FI/40/18 - 
Wen Hagasin
FI/40/18 - 
Wen Hagasin
FI/40/18 - 
Wen Hagasin
FI/40/18 - 
Wen Hagasin
FI/40/18 - 
Wen Hagasin
FI/40/18 - 
Wen Hagasin
FI/40/18 - 
Wen Hagasin
FI/40/18 - 
Wen Hagasin
FI/40/18 - 
Wen Hagasin
FI/40/18 - 
Wen Hagasin
FI/40/18 - 
Wen Hagasin
FI/40/18 - 
Wen Hagasin
FI/40/18 - 
Wen Hagasin
FI/40/18 - 
Wen Hagasin
FI/40/18 - 
Wen Hagasin
FI/40/18 - 
Wen Hagasin
FI/40/18 - 
Wen Hagasin
FI/40/18 - 
Wen Hagasin
FI/40/18 - 
Wen Hagasin
FI/40/18 - 
Wen Hagasin
FI/40/18 - 
Wen Hagasin
FI/40/18 - 
Wen Hagasin

Wen Hagasin

Wen Hagasin
Objectcode
FI/40/18
Film van pater Jules Camps OFM, opgenomen in de jaren '70 in zijn werkterrein in het bergland van Irian Jaya. 'Wen Hagasin' schetst in volgorde de landbouw en het planten tot en met het verorberen van het voedsel, dat door de mensen van de Baliem Vallei geteeld en toebereid is. De film werd in de buurt van Yiwika opgenomen in een plaatselijke tuin genaamd Akunmo en in de dorpjes Salkagood en Lukhigin. De film bestaat uit twee delen: het tuinwerk en het toebereiden van het voedsel.
Inhoud
Beschrijving: Het eerste deel van de film beschrijft de verschillende fasen van het tuinieren vanaf het begin tot de eigenlijke oogst van de vruchten. De scene begint met Logarek, die op traditionele manier het veld vrij maakt van gras en daarbij alleen zijn handen gebruikt, maar tevens op de aangeleerde manier van heden met een kapmes. De plaats van dit werk heet Akunmo. Dit gras wordt dan opgestapeld en verbrand door Weneke, daarbij geholpen door haar man en kinderen. De grond wordt in grote klompen aarde open gebroken door Aikron met de 'alo sege', die dan door de vrouwen fijner gemaakt worden. Van deze fijnere aarde worden dan kleine heuveltjes gemaakt, waarin dan de bladeren van de zoete aardappel 'hymperi eka' en wingerd geplant worden. Uit voorzorg worden gewoonlijk twee soorten geplant. Het is gebruikelijk een rustpauze te nemen, men maakt dan sigaretten en gaat roken. De film laat Kemugu zien, die tabak (hanom) bewerkt om te roken. Ze vervormt een blad, waarin ze tabaksschilfers doet van haar tabaksrol. Ze gebruikt daartoe haar duimnagel. Dan rolt Kemugu haar sigaret, zet deze in een 'hanom oak' (rietstengel), steekt ze aan en begint te roken. De volgende stap die het voorbereiden van de tuin laat zien, gebeurt in werkelijkheid voor het planten en houdt in: het schoonmaken van de irrigatiesloten. Men kan Kula zien, die dit werk uitvoert, wat daarin bestaat dat hij klompen vochtige aarde in de tuin smijt. Dit werk is de enige bemesting voor de tuinen. Het gereedschap dat Kula gebruikt heet 'wen sege'. Dan laat men nogmaals het opbreken van de grond in fijnere deeltjes zien. Nadat de tuin beplant is, komen de vrouwen terug om het onkruid te wieden alsmede om de ranken uit te dunnen. De planten bloeien voordat de knollen gevormd worden. Als de knollen klaar zijn, worden ze opgegraven, waartoe men de 'hymperi sege' gebruikt, de dunne haarwortels worden verwijderd. Men ziet Ompailek, die haar 'su' met aardappels vult, het gebruikelijke dagelijkse werk van de vrouwen. Ze zal ze dan wassen en schoonschrapen. Een plaatselijke grassoort, 'kilimi' geheten, wordt rauw gegeten. Het eerste deel van de film wordt afgesloten met opnamen van enkele dingen die men verbouwt: hymperi (zoete aardappel), hanom (tabak), soa (een groente waarvan men de stelen eet) en ham (taro). Er wordt ook een bergtuin in de verte getoond, bekend als 'jabula', dit als vergelijk tot de tuinen op de bodem van de vallei, die in het grootste deel van de film getoond worden. Men krijgt ook te zien, hoe de mensen na hun werk naar hun erf terug gaan. Het tweede gedeelte van de film houdt zich bezig met het klaarmaken van het voedsel in de dorpen, de 'uma'. Dit gedeelte van de film werd genomen in de uma bekend als Salkagook en Bukhigin. In Salkagook kan men Akubaga zien, die 'jeleakap' in de 'bakte' (stoomkuil) doet, waarin de hymperi gestoomd wordt. De hymperi kan ook bereid worden, door deze direkt in het vuur te bakken. (Dit wordt hier niet getoond.) Op de jeleakap wordt een laag bladeren (oika) gelegd. De kuil wordt nu gevuld met stukken steen (helinkit), die verhit zijn op de 'kit pelago'. Deze hete stenen worden naar de kuil gebracht met behulp van een gespleten stok, de 'hiliba'. Als de hete stenen tegen de wand van de kuil geplaatst zijn, doen de vrouwen de aardappels in de kuil, waarbij ieder haar eigen plaats heeft. Hoe belangrijk dit plaatsen van de aardappels is bleek wel uit de vechtpartij die ontstond tussen Haloke en Salohe, beide vrouwen van Hibinka. Hibinka sloeg later een van de vrouwen vanwege dit incident met een stok. De 'bakte' wordt dan toegemaakt, nadat men water over de inhoud gesprenkeld had, en dichtgebonden met 'jawaga'. Dit stomen duurt gewoonlijk ongeveer een uur, afhankelijk van de inhoud van de kuil. In Lukhigin wordt een kuil geopend en de inhoud verdeeld. In dit geval had men 'wam' (varken) gekookt, samen met hymperi en bladeren. Men neemt een varken voor belangrijke mensen en men eet het voedsel zittend rond de 'uma'. Personen (in volgorde van opkomst): 1) Logarek, 2) Weneke, 3) Ompailek, 4) Kemugu, 5) Kula, 6) Akubaga, 7) Kolake and Salohe, 8) Hibinka. Verklaring van termen: 1) alo sege: werktuig waarmee de mannen de grond breken 2) ai sege: werktuig door de vrouwen gebruikt om in de tuin te werken 3) hanom: binnenlandse tabak 4) hanom oak: riet om sigaret vast te houden 5) wen waganin: de grote irrigatiesloten rond de tuin 6) wen sege: pagaai-achtig werktuig, door de mannen gebruikt om de sloten te bewerken 7) hymperi: algemene term voor de zoete aardappel 8) hymperi sege: werktuig van de vrouwen om aardappels uit te graven 9) su: draagnet van de vrouwen 10) kilimi: soort gras dat rauw gegeten wordt 11) soa en hom: soorten groenten 12) bakte: de naam van een smoorkuil voor het bereiden van voedsel 13) jeleakap: gras dat in de smoorkuil gebruikt wordt 14) oika: bladeren die in de kuil gebruikt worden 15) kit pelago: de plaats waar stenen verhit worden 16) helinkit: stenen die in de kuil gebruikt worden 17) hiliba: stokken die men gebruikt om de stenen naar de kuil te brengen 18) wam: algemene term voor varkens 19) jawaga: stengels, gebruikt om de kuil dicht te maken 20) pelai: mannenhuis 21) uma: term gebruikt voor een erf Deze beschrijving werd gemaakt door Larry L. Naylor, Southern Illinois University, in samenwerking met J.A.E. Camps ofm, met gebruikmaking van plaatselijke zegslieden. De voornaamsten waren: Kirilmo, Uwo en Hanoma.
Personen
Camps, J.A.E. (Maker)
Titel
Camps 2
Jaar
1972

Technische details

Datering
1-4-1972 - 30-4-1972
Kleur
Stom

Thesaurustermen

Cultureel
Culturele herkomst » Papua » Centrale Bergland » Centrale Bergland- midden » Baliem-vallei
Geografisch
Geografische herkomst » Papua » Afdeling Hollandia » Exploratieressort Oost-Bergland » Baliem » Wamena

Verwijzingen

Links
http://www.umanitoba.ca/anthropology/tutor/case_studies/dani/cultivation.html