Nederlands Nieuw-Guinea raakt in 1942 betrokken bij de Tweede Wereldoorlog. Japan valt op 7 december 1941 op meerdere fronten tegelijk aan. De bekendste aanval is die op Pearl Harbour (Hawaï) waarbij de Amerikaanse vloot flink beschadigd wordt. De Japanse verovering van het Australische en het Nederlandse deel van Nieuw-Guinea duurt van november 1941 tot april 1942. De inname gaat behoorlijk snel, omdat er aan het begin van de oorlog maar weinig eenheden van het Koninklijk Nederlands Indisch Leger (KNIL) in Nieuw-Guinea actief zijn. De Japanners trekken via de noordkant op in de richting van Australië. Fak Fak wordt op 1 april 1942 door de Japanners ingenomen, Manokwari op 12 april en Hollandia op 20 april. Na Nieuw-Guinea is Japan van plan de sprong naar Australië te wagen, maar aan de zuidkant komen zij niet verder dan Frederik Hendrik Eiland. De Japanners hechten geen enkel belang aan Merauke aan de zuidoostkust. De plaats is tijdens de gehele Tweede Wereldoorlog het enige stukje vrij Nederland in de Oost waar de Nederlandse vlag blijft wapperen.
Inhoud:
1. Oorlog in Zuidoost-Azië breekt uit
2. Bevrijding Nieuw-Guinea start begin 1943
3. Legerleiding Manokwari laat schip zinken
4. Moluks meisje sluit zich aan bij guerrilla
5. Het keerpunt van de oorlog in Azië
6. De invasie van Hollandia
7. De slag om Biak
8. 120 Squadron verveelt zich in Merauke
9. Japanse commandant vecht vanuit de jungle
10. Links
11. Bronnen
1. Oorlog in Zuidoost-Azië breekt uit
In juli 1941 besluit de Japanse regering dat Zuidoost-Azië onder de ‘groot-Aziatische welvaartsfeer’ gebracht moet worden. Het doel is vooral om zeggenschap te krijgen over de grondstoffenvoorraden in de Engelse en Nederlandse koloniën (onder andere olie en rubber). Japan valt op 7 december 1941 Pearl Harbour aan, de Amerikaanse vlootbasis op Hawaï. Het is nu ook oorlog in Zuidoost-Azië. De Nederlandse regering in Londen verklaart de oorlog aan Japan. In Indië worden alle Nederlandse en Nederlands-Indische mannen tussen zestien en zestig jaar in het leger onder de wapenenen geroepen. De Japanse troepen weten snelle vorderingen te maken en bezetten de Nederlandse kolonie. De Nederlandse strijdkrachten geven zich op 8 maart 1942 over. Er worden geheime militaire operaties in Indië uitgevoerd vanuit Australië, waar tientallen KNIL-militairen heen zijn gevlucht toen het KNIL moest capituleren. Ze vormen kleine groepjes, ‘party’s’, die naar Indië en Nieuw-Guinea teruggaan om militaire informatie te verzamelen over de Japanners. In totaal zijn er ongeveer tien ‘party’s’ geweest. Vanuit Australië worden in Nieuw-Guinea door ‘party’s’ spionageacties uitgevoerd door achter de Japanse linies gedropte militairen.
2. Bevrijding Nieuw-Guinea start begin 1943
Na een Japans bombardement op de haven van het Australische Darwin in februari 1942 wordt het Japanse hoofdkwartier verplaatst naar Buna aan de noordkust van het huidige Papua-New-Guinea en komt het geallieerde hoofdkwartier in Port Moresby aan de andere kant. De plaatsen zijn gescheiden door de steile bergketen Owen Stanley Range. De plaatsen zijn alleen verbonden door een bergpad, de Kokoda Trail. Australische eenheden in Nieuw-Guinea verdedigden met succes de hoofdstad Port Moresby langs de Kokoda Trail, als de Japanners vanaf de noordkust proberen op te marcheren. Om tot een treffen te komen hebben de Australiërs een trap van 4000 treden moeten uithouwen.
Het Amerikaanse leger begint in januari 1943 met een grondoffensief op Nieuw-Guinea. Pas in 1944 krijgt de opmars vaart: de Amerikanen trekken op langs de noordkust van Nieuw-Guinea (Hollandia, Biak, Manokwari) en via de Noord-Molukken (Morotai) worden de Filippijnen aangevallen (oktober 1944). Om de controle over Nieuw-Guinea te heroveren, moeten de geallieerden de Japanners van bijna 2000 kilometer versterkte kustlijn verdrijven. Bij de strijd komen 13.000 Japanners om en aan Australische en Amerikaanse kant vallen respectievelijk 2100 en 2000 doden.
3. Legerleiding Manokwari laat schip zinken
In Manokwari in het noorden van het Vogelkop-gebied zijn zo’n 150 KNIL-militairen onder leiding van kapitein J.B.H Willemsz Geeroms gelegerd als op 12 april 1942 de Japanners landen in deDoré-baai. De Nederlandse legerleiding ziet de overmacht bijtijds in en steekt het enige schip de ‘Anna’ in brand. Het wordt tot zinken gebracht zodat het uit de handen van de vijand blijft. De Japanners nemen Manokwari na een aantal bombardementen in bezit en stationeerden er een aanzienlijke legermacht. Alle Europeanen worden afgevoerd en op Ambon geïnterneerd. Een deel van de KNIL-infanteristen, 62 mannen en 17 inheemse Papua’s (Meja-Arfakkers), verdwijnen in de jungle om gedurende de hele oorlog een guerrilla te voeren tegen de Japanners. Op 1 april 1943 vallen de Japanners het hoofdbivak van de gevechtsgroep aan. Commandant Willemsz Geeroms wordt gevangen genomen en later in Manokwari door de Japanners geëxecuteerd. Sergeant Mauritz Christiaan Kokkelink neemt het commando over. Op 18 april 1944 wordt de Japanse basis in Manokwari met nog 35 soldaten door de gevechtsgroep overvallen. Vrijwel iedere aanwezige wordt gedood. Op 9 mei 1944 begint de Amerikaanse tegenaanval. Door hevige bombardementen wordt Manokwari een ruïne; er staan nog slechts drie huizen overeind. De Japanners worden verjaagd en velen vluchten het oerwoud in, waar ze veelal door Papua’s worden afgemaakt.
4. Moluks meisje sluit zich aan bij guerrilla
De guerrillagroep in de jungle van de Vogelkop bestaat uit vier gevechtseenheden en is de enige die een strijd van 13 maanden volhoudt tot aan de bevrijding. Er worden successen geboekt, maar ook verliezen geleden. De guerrillastrijders verzamelen met steun van lokale Papua’s inlichtingen over de vijand en ze vallen Japanse patrouilles aan. Het 15-jarige Molukse meisje Coosje Ayal sluit zich samen met een oom en tante bij de guerrillagroep aan. “De mannen zeiden: ‘We behandelen je niet als een meisje maar als één van de soldaten. Als je dat accepteert, kun je bij ons blijven.’ We zijn steeds door de jungle getrokken, lopend met een geweer en bepakking. De laatste maanden waren het zwaarst, toen aten we slangen, krokodillen en schildpadden.” De guerrillagroep vecht door, doodt zeker 30 Japanners en legt in 1944 contact met de geallieerden, door wie ze in oktober worden bevrijd. Van de 62 man sterke eenheid zijn er dan nog 14 over. Na hun bevrijding hebben de 14 overlevenden hun naam op een steeds door Coosje meegevoerde Nederlandse vlag geborduurd en naar koningin Wilhelmina gestuurd met de tekst: ‘Het detachement Manokwari heeft, zoals U begrepen heeft, zich nooit overgegeven.’ Naast de groep van Willemsz Geeroms zijn op Nieuw-Guinea actief: de verzetsgroep J.V. de Bruyn, de party-groep Oaktree, de party-groep Crayfish en de groep Jan van Eechoud die voor de Amerikanen inlichtingenwerk uitvoert (operatie Bulldozer). Over de geschiedenis van deze groepen is niet veel bekend.
5. Het keerpunt van de oorlog in Azië
De Slag bij Midway is het keerpunt van de oorlog in Azië. Bij dit atol in de Stille Oceaan behalen de Amerikanen een overtuigende overwinning waarvan de Japanse marine zich niet zou herstellen. Het geheime wapen in de strijd zijn de Amerikanen van Japanse afkomst: de Issei (in Japan geboren Amerikanen), de Nisei (Amerikanen van Japanse ouders) en de Kisei (in VS geboren, opgegroeid in Japan). De Amerikanen weten de communicatiecode van de Japanse marine te kraken waardoor ze zich goed kunnen voorbereiden. De Japanners verliezen vier vliegdekschepen en veel vliegtuigen. Een amfibische aanval op Port Moresby wordt voorkomen door de Slag in de Coral Sea in mei 1942, al is dit een Amerikaanse tactische nederlaag. In augustus 1942 mislukt voor het eerst een Japanse landing, bij de (mini)slag om de Baai van Milne. Terzelfder tijd proberen zowel Amerikaanse als Japanse soldaten het eiland Guadalcanal, één van de Salomonseilanden, te bezetten. In de zes maanden durende uitputtingsslag, waarin meer dan 40.000 mensen het leven laten, behalen de Amerikanen uiteindelijk de overwinning. Hierna wordt Japan definitief in het defensief gedrongen. De constante noodzaak om versterkingen naar Guadalcanal te zenden, verzwakt de Japanse inspanningen op andere plaatsen. Dit leidde tot de herovering van de bruggehoofden Buna en Gona op Nieuw-Guinea door Australische en Amerikaanse strijdkrachten in 1943.
6. De invasie van Hollandia
Bij Hollandia en de westelijker gelegen Tanahmerah Baai ondernemen de Amerikanen in april 1944 hun eerste landingen in bezet Nederlands gebied. Een Amerikaanse onderzeeër heeft kort ervoorJapanse schepen vernietigd die van de eilandengroep Palau (ten noorden van de Vogelkop) op weg waren naar Hollandia met het nieuwste Japanse oorlogstuig. Daarbij gingen bijna een heel Japans regiment, tanks, gepantserde auto’s en ander materiaal verloren. Van 21 tot en met 27 april voeren de Amerikanen amfibische landingen uit om Hollandia en de landingsstrips bij Sentani in handen te krijgen onder de naam ‘Operation Reckless’ en ‘Operation Persecution’ als onderdeel van de ‘New Guinea Campaign’. Ook een Nederlandse eenheid, afkomstig uit Australië, was bij deze landingen betrokken, onder commando van kolonel C. Giebel van het KNIL. Bij Hollandia, waar een grote Japanse bevoorradingsbasis is aangelegd, stampen de Amerikanen in korte tijd het hoofdkwartier van het Amerikaanse leger in het Pacific-gebied uit de grond. De basis wordt ingericht op de berg Ifar, aan de voet van het Cycloop-gebergte. Daar bedenkt vijfsterren generaal Douglas MacArthur zijn strategie voor zowel de landroute door Nieuw-Guinea als de ‘island hopping’-campagne van admiraal Chester Nimitz over de Stille Oceaan. Bij een schoonmaakactie rond Sentani worden zeker 800 Japanners gedood. Veel Papua's komen in deze periode voor het eerst in aanraking met het militaire geweld van de 20ste eeuw.
7. De slag om Biak
De Japanners bezetten op 25 december 1943 het eiland Biak in de noordelijke opening van de Geelvink Baai. Het eiland wordt verdedigd door het Japanse 222e Infanterie Detachement dat er bij Sorido aan de zuidkust drie landingsbanen aanlegt. De Amerikanen vechten er in 1944 van 27 mei tot en met 20 juni tegen de Japanners, die zich veelal hebben verschanst en voor de eerst keer een vertragingstactiek uitvoeren. Het eiland is bezet door 11.000 Japanse militairen onder het commando van kolonel Kuzume Naoyuki. Hij besluit de Amerikanen zonder tegenstand aan land te laten komen, waarna hij ze in een hinderlaag lokt rondom het vliegveld Mokmer. Het gebied vol grotten en bunkers is een ideale plek om schutters met automatische wapens, artilleriegeschut, batterijen van mortieren en lichte tanks op te stellen. Als de Amerikanen op 27 mei bij Bosnek op Oost-Biak landen en door het binnenland trekken, denken ze dat er weinig weerstand te verwachten is. Bij Mokmer gaan echter veel levens en kostbare apparatuur verloren. De Amerikanen moeten wekenlang vanuit de lucht met bombardementen bijspringen. Uiteindelijk is de balans in juli: 6100 Japanners gedood en 459 gevangen genomen tegen 474 doden en 2400 gewonden aan Amerikaanse zijde.
8. 120 Squadron verveelt zich in Merauke
Ondanks dat Merauke nooit door de Japanners is bezet, heeft het van de oorlog wel te lijden. Vooral in 1942 en 1943 wordt de zuidelijke nederzetting bij de grens met PNG veelvuldig door Japanse vliegtuigen bestookt. Het 120 Squadron Netherlands East Indies (onderdeel van het ML-KNIL) komt in het voorjaar van 1944 in de plaats van een Australische luchtverdedigingeenheid. De 50 vliegers van het squadron zijn allemaal Indische Nederlanders, die bij het uitbreken van de oorlog naar Australië zijn uitgeweken. Ze worden ingezet bij verkenningen en moeten Japanse posten aan de kust bestoken. Omdat het tij keert en er gebrek aan strijdtoneel is, slaat de verveling toe. Elke keer als er een varken wordt geschoten, is er groot feest. De vliegers hebben nauwelijks contact met de lokale bevolking, ook al omdat slechts een enkele Papua in deze regio Maleis spreekt. In juni 1945 vertrekt het squadron naar Biak, waar het wordt ingezet bij ‘mopping-up’-operaties, het opruimen van de laatste restjes Japans verzet. Bij de vliegers, groeit de hoop dat ze kunnen helpen bij het bevrijden van Nederlandsch-Indië, maar het geallieerd hoofdkwartier beslist anders.
Tijdens de inzet in Merauke en later op Biak verliest het 120ste in totaal 13 vliegers.
9. Japanse commandant vecht vanuit de jungle
In augustus 1944 trekt commandant Hatazo Adachi van het Japanse 18de Leger zich met een legereenheid terug in de jungle na de landing van Amerikaanse troepen in Aitape en Hollandia tussen 22 en 27 April 1944. Bij Wewak aan de noordkust raakt hij met zijn 18de Leger ingesloten. Adachi geeft zich op 13 september 1945 over aan de Australische Zesde Divisie. Nadat hij door een krijgsraad tot levenslang is veroordeeld, pleegt hij op 10 september 1947 zelfmoord in Rabaul. De Slag in de Golf van Leyte is een zeeslag in de zeeën rond het eiland Leyte in de Filipijnen van 23 tot en met 26 oktober 1944. De Japanners proberen de geallieerde invasie op Leyte te stoppen of te vernietigen. In plaats hiervan brengen de geallieerde marines aan de numeriek zwakkere Japanse marine een belangrijke nederlaag toe. De slag wordt vaak beschouwd als de grootste zeeslag in de geschiedenis. Na de Japanse capitulatie wordt het oostelijke gedeelte van Oost Nieuw-Guinea opnieuw onder Australisch bestuur geplaatst, het noordelijke gedeelte op basis van een VN-trustschap. In 1973 krijgt het gehele oostelijke gebied onder de naam Papua-New-Guinea intern zelfbestuur, waarna de staat op 16 september 1975 volledig onafhankelijk werd.
10. Links:
- Persoonlijke verhalen op de site van verzetsmuseum
- Artikel in het AD: Coosje Ayal. Mijn Oma Oud Verzetsstrijdster
- De site over het 120 squadron NEI
- De Japanse verdediging van Hollandia
- Op deze website is ook een themapagina te vinden over NSB’ers na WOII naar Nieuw-Guinea.
11. Bronnen:
- Dirk Vlasblom, Papoea, een geschiedenis. 2004, Mets & Schilt – Amsterdam, ISBN 9053303995
- Robert Ross Smith, United States Army in World War II, The War in the Pacific. 1996, Center of Military History United States Army – Washington DC, ISBN 9997392965
- Gordon L. Rottman, World War II Pacific Island Guide. A Geo Militairy Study. 2002, Greenwood Publishing Group, ISBN 0313313954, 9780313313950
- John Keegan, Collins Atlas of the World War II (an update of the 1989 Times Atlas). 2006, HarperCollins Publishers - New York ISBN 0-00-721465-0
- Saburo Hayashi, Kogun: The Japanese Army in the Pacific War. 1959, Marine Corps. Association. ASIN B000ID3YRK - Steven Bullard, Japanese Army Operations in the South Pacific Area. New Britain and Papua Campaigns, 1942-1943, 2006, Australian War Memorial, ISBN 9780975190487
- Edward J. Drea, Adachi Hatazo: A Soldier of His Emperor. In the Service of the Emperor: Essays on the Imperial Japanese Army. 2003, Bison Books. ISBN-13: 978-0803266384.
- Richard Fuller, Adachi Hatazo. Shōkan: Hirohito's Samurai. 1992, London: Arms and Armour Press. I-151-4
- Commentaar en advies: Hans van den Akker, conservator Museum Bronbeek
- Artikel in het AD: Coosje Ayal. Mijn Oma Oud Verzetsstrijdster
- De site over het 120 squadron NEI
- De Japanse verdediging van Hollandia
- Op deze website is ook een themapagina te vinden over NSB’ers na WOII naar Nieuw-Guinea.
11. Bronnen:
- Dirk Vlasblom, Papoea, een geschiedenis. 2004, Mets & Schilt – Amsterdam, ISBN 9053303995
- Robert Ross Smith, United States Army in World War II, The War in the Pacific. 1996, Center of Military History United States Army – Washington DC, ISBN 9997392965
- Gordon L. Rottman, World War II Pacific Island Guide. A Geo Militairy Study. 2002, Greenwood Publishing Group, ISBN 0313313954, 9780313313950
- John Keegan, Collins Atlas of the World War II (an update of the 1989 Times Atlas). 2006, HarperCollins Publishers - New York ISBN 0-00-721465-0
- Saburo Hayashi, Kogun: The Japanese Army in the Pacific War. 1959, Marine Corps. Association. ASIN B000ID3YRK - Steven Bullard, Japanese Army Operations in the South Pacific Area. New Britain and Papua Campaigns, 1942-1943, 2006, Australian War Memorial, ISBN 9780975190487
- Edward J. Drea, Adachi Hatazo: A Soldier of His Emperor. In the Service of the Emperor: Essays on the Imperial Japanese Army. 2003, Bison Books. ISBN-13: 978-0803266384.
- Richard Fuller, Adachi Hatazo. Shōkan: Hirohito's Samurai. 1992, London: Arms and Armour Press. I-151-4
- Commentaar en advies: Hans van den Akker, conservator Museum Bronbeek