Twaalfpuntige houten haarkam waarvan de bovenzijde versierd is met ingesneden, gespiegelde motieven.

Beurs in eenvoudig luswerk van bastvezelkoord, gedecoreerd met horizontale banen, doorgeregen, bruine en gele vezel (waarschijnlijk orchidee). De overslag, gemaakt in inhaken met overslaan van toeren, loopt taps toe door minderingen, tot een sluitingskoord. In de beurs werden kostbaarheden bewaard.

Pot van rood aardewerk. De pot is aan de bovenkant rondom gedecoreerd met verschillende figuren in relief.

Diepe schaalvormige pot van rood aardewerk, rondom gedecoreerd met puntige uitsteeksels.

Aantal gebakken sagokoekjes verpakt in pandanusblad. De pakketjes worden bijeen gehouden door een houten stokje. De koekjes worden gebakken in een vorm van aardewerk.

Tas van gedeeltelijk paars gekleurd cocospalmblad in een diagonaal ingevlochten, meanderend motief. Vervaardiging gaat als volgt: een palmblad wordt langs de hoofdnerf in tweeën geplitst. De halve hoofdnerf dient als bovenrand, en met de nog vastzittende bladeren wordt schuin naar beneden toe, de tas gevlochten.

Set van vier glazen armbanden, groen en geel van kleur. Door de schenker opgegraven op het strand van Pasir Putik bij Manokwari.

Rechthoekige doos (kabila) geconstrueerd uit, en versierd met vlechtwerk van, divers blad- en bastmateriaal van verschillende breedte. In vlakken rondom zijn verschillende motieven gevlochten in primaire kleuren. De kabila is voorzien van een deksel en een geweven roze hengsel.

Bankbiljet van een gulden uit Nederlands Nieuw Guinea. Op de voorzijde is een paradijsvogel afgebeeld, een typisch motief voor het Sentanigebied. Dit motief is overigens op zijn kop weergegeven. Op de achterzijde van het biljet is een kralenschort uit Manokwari afgebeeld. Minister Kernkamp

Armsieraad van schildpaddenschild.