Paradijsvogel: gevederde danser in het bos

de Lesser paradijsvogelHet mannetje van een paradijsvogel is een prachtige verschijning met zijn opvallend kleurrijke verenkleed in het oerwoud van het eiland Nieuw-Guinea .Tijdens de balts steken de heldere rode, gele en blauwe kleuren fel af tegen het groen van het regenwoud. Deze bijzondere vogel behoort tot de mooiste vogels ter wereld en heeft menig kunstenaar tot prachtige werken geïnspireerd. Papua-volken, in zowel het Indonesische deel van het eiland als het buurland Papua New Guinea (PNG), gebruiken nog steeds de veren van de paradijsvogel ter verfraaiing van hun hoofdtooien. Het mannetje van de Grote Paradijsvogel is met zijn schitterende kleuren en donzige, scharlakenrode veren één van de meest spectaculair ogende leden van een al evenzeer flamboyante familie. Voor veel Papua's in het Indonesische deel en daarbuiten vormt de paradijsvogel een belangrijk symbool van verbondenheid.

Inhoud:
1. Habitat van paradijsvogel
2. Uiterlijk gevormd door evolutie
3. Meeste paradijsvogels polygaam
4. Belangrijk in Papua-cultuur
5. Ook belangrijk in Nederland
6. Handel bestaat al ruim 2000 jaar
7. Aan de andere kant van de aardbol
8. Paradijsvogel als symbool
9. Links
10. Bronnen

1. Habitat van paradijsvogel
De vruchtenetende paradijsvogel komt voor op Nieuw-Guinea en de eilanden er omheen. Van de 43 soorten paradijsvogels komen er 38 voor op Nieuw-Guinea zelf. De vogels hebben prachtige namen zoals bijvoorbeeld de Kleine Paradijsvogel, de Wimpeldrager, de Zesdradige Paradijsdvogel, dedeze Goldie paradijsvogels roepen en tonen zich Koningsparadijsvogel en de Lintstaartastrapia. De paradijsvogel heeft in Nederland familie: de zwarte kraai en de Vlaamse gaai. Sommige soorten paradijsvogels zijn zwart en lijken veel op een volwassen kraai (soms wel 48 centimeter). De meeste paradijsvogels (t
ussen 36 en 40 centimeter) zijn echter bont gekleurd en hebben erg lange staartveren, zodat ze meer op een pauw dan op een kraai lijken. Met hun veren lokken de mannetjes de vrouwtjes. De vrouwtjes zijn veel minder fraai uitgedost (meestasl saai bruin) en leven samen in kleine groepjes.
De mannetjes leven normaal gesproken alleen. Tijdens de paringstijd maakt het paradijsvogelmannetje een heel rare, harde lokroep. Om indruk te maken laat hij bij het vaak ingewikkeld baltsgedrag (kijk hier) zijn glanzende verenpracht zien. Het mannetje springt van tak tot tak en hangt zelfs ondersteboven aan een tak om zijn pluimage nog beter te tonen. Een groepje vrouwtjes danst vaak wild om hem heen. Het dansritueel vind plaats op een vaste dansplek, die 'lek' wordt genoemd. Eén van de vrouwtjes wordt uiteindelijk de gelukkige partner van het mannetje.

2. Uiterlijk gevormd door evolutie
De mannetjes van de paradijsvogel zijn er volgens biologen door hun onderlinge competitie steeds fraaier gaan uitzien. De mooiste paradijsvogels hadden in de loop van de evolutie de beste voortplantingskansen. Ze kregen de kans om zich zo fraai te ontwikkelen omdat er op het eiland Nieuw-Guinea geen grote roofdieren voorkomen. Voorparadijsvogel met lange staart (drie keer zijn lengte) een paradijsvogelmannetje kan het vliegen met een lange staart vol kleurrijke veren best moeilijk zijn. Vaak zijn de staartveren wel 60 centimeter lang. De Langstaarparadijsekster meet zelfs 1,17 meter, waarvan 93 centimeter voor rekening komt van de staart. Een dergelijke onhandige staart heeft de (evolutie)geschiedenis weten te  doorstaan omdat het belangrijk was voor het overleven van de soort.  Vruchten vormen het basisvoedsel, maar ook bessen, zaden, insecten, kikkers en kleine reptielen worden wel gegeten. Op de Molukken, een eilandengroep nabij Nieuw-Guinea, leven zes soorten paradijsvogels, onder andere de Bruine Paradijskraai, en in het noordoosten van Australië komen vier soorten voor. Australië zat ruim 10.000 jaar geleden volgens geologen vast aan Nieuw-Guinea,  maar wordt nu gescheiden door een zeestraat, de Straat van Torres.

3. Meeste paradijsvogels polygaam
 meeste paradijsvogels zijn polygaam
Van de 43 bekende soorten paradijsvogels zijn er acht die monogaam zijn en 35 soorten die polygaam zijn. Paradijsvogels die monogaam zijn, hebben minder kleurrijke veren. Het polygame mannetje versiert gedurende zijn leven vele vrouwtjes met zijn prachtige, uitzonderlijk lange staart. Er groeien lange vaak gekleurde draden uit zijn verenkleed. Sommige paradijsvogels hebben tevens een eigenaardige verenkroon op hun hoofd. De paradijsvogels bouwen hun nesten van zachte materialen, zoals bladeren, varens, en wijnranken, meestal geplaatst in een boomvork. De nesten van de meeste soorten zijn komvormig en worden bij de polygame soorten alleen door de vrouwtjes gebouwd. Zij zorgen ook voor de rest, het uitbroeden van de eieren, het grootbrengen van de jongen en de 'nazorg'. Bij de monogame soorten helpt het mannetje bij de verzorging van het jonge kroost. Alleen van de Koningsparadijsvogel is bekend dat die zich nestelt in boomholten. Een aantal soorten paradijsvogelsgelokte paradijsvogel is nog nauwelijks door wetenschappers onderzocht. Omdat Nieuw-Guinea een ruig en woest landschap kent, kost een expeditie veel tijd en geld. Pas in 2005 werd  door wetenschappers voor het eerst een fraai mannetje van de Berlepsch Zesdradige Paradijsvogel geobserveerd. De meeste wetenschappelijke kennis is opgedaan in de tijd dat Nieuw-Guinea nog een rijksdeel van Nederland was. Nu vindt er sporadisch een expeditie plaats. Een extra complicatie is dat de Indonesiërs in hun deel van het eiland liever geen buitenlandse pottenkijkers toelaten. Het onafhankelijke buurland PNG, dat ook een  ruige natuur kent, is niet rijk genoeg om zelf grootschalig wetenschappelijk onderzoek te doen uitvoeren.

4. Belangrijk in Papua-cultuur 
De paradijsvogelopgezette paradijsvogel als hoofdtooi speelt een belangrijke rol in de cultuur van de Papua’s.
Er zijn stammen die de veren van paradijsvogels gebruiken om een hoofdtooi te maken. De veren van de paradijsvogel worden van oudsher gebruikt in ceremoniële rokjes en andere kleding van vrouwen en in rituelen. Die kleding, wordt vaak van generatie op generatie doorgegeven. Omdat de  paradijsvogels zich het meest hoog in de boomtoppen ophouden, is het vangen van de vogels een ingewikkelde bezigheid. Sommige Papua-volken kennen verhalen waarin de paradijsvogels worden beschreven als de 'vogels van de goden'. Ook in Europa werd in de 16de eeuw verondersteld dat paradijsvogels rechtstreeks uit het paradijs kwamen. De eerste paradijsvogels, die destijds in Europa aankwamen, waren opgezet en hadden geen poten en vleugels meer. De paradijsvogels waren door inheemse Papua-jagers geprepareerd.
De eerste Europeaan die vogelhuiden van de paradijsvogel onder ogen kreeg, was Antonio Pigafetta uit Venetië, die begin 16de eeuw als assistent van de Portugese ontdekkingsreiziger Ferdinand Magellan meevoer naar Indië. Hij schrijftparadijsvogel zonder poten in zijn reisverslag dat de inheemse Papua's vertelden dat de vogels uit het aardse paradijs kwamen en bolon diuata ('vogels van God') werden genoemd. Daardoor ontstond in Europa de legende dat deze vogels altijd vlogen, nooit op een tak zaten en de wolkendauw uit de lucht gebruikten om te overleven. Ze kwamen aan hun bijzondere kleuren door dicht bij de zon te vliegen. Men dacht dat de vogels aan het eind van hun leven naar beneden vielen. Zulke vogels hadden geen poten nodig. Pas na 150 jaar waren er vogels die wel in complete staat in Europa aankwamen. Door de mythe dat de vogels altijd in het 'paradijs' vlogen, kregen de paradijsvogels hun naam.

5. Ook belangrijk in Nederland
Veel Papua-families in Nederland hebben een opgezette paradijsvogel, met of zonder poten, in huis. De vogel vertegenwoordigt hun paradijsvogel uit collectie Moluks Museum verbondenheid met Papua, zegt de bij PACE werkzame Dawiday Hanasbei. Hij vertelt dat zijn vader in 1960 naar Nederland kwam met een opgezette paradijsvogel in zijn bagage. “Hij trouwde in 1961 met mijn moeder, een Nederlandse, en overleed in 1983 op 44-jarige leeftijd. Een opgezette paradijsvogel bij je thuis of bij andere families was een bevestiging dat je in een huis van een 'Nederlandse Papua’ was. De vogel was altijd prominent aanwezig in de woonkamer, hangend aan de muur of opgezet op een tak. Bij ons hing hij naast een opgezette kroonduif, een andere prachtige vogel uit Papua. Wij zijn als Papua's trots op de mooiste vogel ter wereld vanwege zijn schoonheid, puurheid en uniciteit. De paradijsvogel bood destijds een tegenwicht aan de dagelijks confrontatie met die andere, overheersende westerse cultuur in Nederland. Inmiddels is bij de derde generatie Papua's in Nederland de drang om een paradijsvogel te bezitten vrijwel niet meer aanwezig. Net als de paradijsvogel is de Papua-cultuur voor jonge Papua's niet altijd meer iets vanzelfsprekends”, voegt Dawiday toe.
 

6. Handel bestaat al ruim 2000 jaar
Al sinds het begin van de huidigePapua's met geschoten paradijsvogels jaartelling waren paradijsvogels in China een gewild statussymbool. De handel in huiden en veren bestaat dan ook al meer dan 2000 jaar. De Nederlandse zeevaarder Jan Huygens van Linschoten rept in 1596 in zijn logboek over de paradijsvogel. In de 16de eeuw worden de eerste exemplaren meegebracht naar Europa uit de handelexpedities en ontstaat er een levendige handel. In de 19de eeuw zien westerlingen voor het eerst levende vogels. Het zijn de Europese modeateliers die de prachtige veren van de paradijsvogels voor dameshoeden gaan gebruiken. Tussen 1880 en 1890 wordt de paradijsvogel bijna geheel weggevaagd vanwege het gebruik van veren om hoeden versieren. Door de meedogenloze jacht is het aantal paradijsvogels in een decenium door pronkzuchtige mensen gedecimeerd. In Londen worden begin 20ste eeuw circa 50.000 paradijsvogels per jaar verhandeld.

De op 7 maart 1910 gestichte Nederlandse nederzetting Hollandia, het huidige Jayapura, kon slechts veren voor dameshoedenbeperkte tijd van de handel in paradijsvogels profiteren. Het eilandje Metu Debi, in de monding van de Jautefa-baai tussen Tobati en Enggros, was vanaf 1900 tot 1910 de ontmoetingsplaats van handelaren en paradijsvogeljagersTussen 1912 en 1928 groeide Hollandia mede doordat het een spilfunctie kreeg in de deels illegale handel in vogelveren, met name veren van paradijsvogels. In 1912 werd de jacht gelicentieerd en in 1922 maakte een handelsverbod vrijwel een einde aan de handel. Na de instelling van het verbod steeg de populatie van de paradijsvogels weer langzaam. Voor lokale Papua's is de jacht op paradijsvogels toegestaan om in de ceremoniële behoeften van de lokale bevolking te voorzien. Vanuit Papua New Guinea worden geen paradijsvogels meer geëxporteerd, maar sinds Nederlands Nieuw-Guinea is overgedragen aan Indonesië is de illegale handel in paradijsvogels weer op gang gekomen. In de huidige tijd is de vogel niet alleen in China maar ook in Europa en Amerika nog steeds populair.
 

7. Aan de andere kant van de aardbol
In 1909 bracht het Britse parlementslid Sir William Ingram de Grote Paradijsvogel (Paradisaea Apoda) naar het eilandje Little Tobago gezien vanuit SpeysideLittle Tobago voor de noordoostkust van Tobago, onderdeel van de republiek Trinidad en Tobago, aan de andere kant van de aardbol. Het eilandje is ongeveer één vierkante kilometer in oppervlakte en ligt op 2,4 kilometer tegenover de stad Speyside op Tobago. Het hoogste punt van het eilandje komt 137 meter boven de zeespiegel uit. Ingram wilde voorkomen dat de overbejaagde paradijsvogel in zijn moederland Nieuw-Guinea zou uitsterven door de handel in de pluimen. Hij vervoerde circa 45 jonge vogels naar het eilandje Little Tobago, dat sindsdien ook wel het Eiland van de Paradijsvogel werd genoemd. Na de dood van Ingram in 1924 droegen zijn erfgenamen het eilandje als wildreservaat aan de regering van Trinidad en Tobago over. De vogels overleefden op het eiland tot ten minste 1958, toen ze werden gefilmd door een filmploeg van National Geographic. Na 1963 zijn er geen betrouwbare gegevens meer. Het eiland werd in dat jaar getroffen door de orkaan Flora, die alle leven op Little Tobago zou hebben vernietigd. 

8. Paradijsvogel als symbool
Zowel in PNG als in het Indonesische deel van het eiland Nieuw-Guinea geldt de paradijsvogel als een nationaal of provinciaal symbool. In PNG is de Raggi's postzegels met toeslag Rode Kruisparadijsvogel (Paradisaea raggiana) met bruinrode staart, de nationale vogel en in de bij Indonesië behorende provincie Papua is de kleine paradijsvogel (Paradisaea minor) met gele staart een bekend symbool. De Raggi's Paradijsvogel staat afgebeeld op de nationale vlag en is ook het symbool van de nationale luchtvaartmaatschappij Air Niugini. In de jaren vijftig sierden afbeeldingen van paradijsvogels in Nederlands Nieuw-Guinea postzegels en het bankbiljet van één gulden op. De Maleise naam voor paradijsvogel Cenderawasih wordt in Het Indonesische deel van Nieuw-Guinea nogal eens toegekend aan plaatsen, landstreken en instanties. Zo kennen we bijvoorbeeld de Teluk Cenderawasih (de vroegere de Geelvinkbaai) en de Universitas Cenderawasih, de universiteit in Jayapura, de hoofdstad van de provincie Papua. Ook draagt de krant Cenderawasih Pos de naam van de paradijsvogel.

9. Links:
Prachtige video
- YouTube-video: Birds of Paradise. These are some cool birds from a cool place called Papua New Guinea.
Islandwantok 31-07-2006  
-video: In search for the Birds of Paradise van babakoku.eu 15-06-09
 - Onderscheiden video: Vanen, Pluimen uit het Paradijs Een film van Miguel A. Garcia en Loïc Degen 19-06-2009
- Youtube-filmpje: West Papua Paradijsvogel Op zijn trip door West-Papua kwam Ed ook de paradijsvogel tegen. 2004.

10. Bronnen:
- Gill, Frank; Wright, Minturn & Donsker, David: IOC World Bird List.
(Updated 22-12-2009), Volledige lijst van de bestaande vogelsoorten van de wereld van International Ornithological Congres.
– Browdler Sharpe, Richard  (1891)  Monograph of the Birds of Paradise, H. Sotheran London.
Cribb, Robert (1997): Vogels van het paradijs en milieu koloniale politiek in Indonesië, 1890-1931. In: Boomgaard, Peter; Columbijn, Freek & Henley, David (red.): Papier landschappen: verkenningen in de milieu geschiedenis van Indonesië: 379-408. KITLV Press, Leiden.
– Clifford B.; Firth, Dawn W. (2009). "Family Paradisaeidae (Birds-of-paradise)". In del Hoyo, Josep; Elliott, Andrew; Christie, David.
-
Handbook of the Birds of the World. Volume 14, Bush-shrikes to Old World Sparrows. Barcelona: Lynx Edicions. pp. 404–459.
– Ernst Sutter & Walter Linsenmaier (1955): Paradiesvögel und Kolibris. Bilder aus dem Leben der Tropenvögel. - Zürich.
  Erwin Stresemann (1954): Die Entdeckungsgeschichte der Paradiesvögel. - Journal of Ornithology 95(3-4): 263-291.
– Heads, M (2001),. "Birds of paradise, biogeography and ecology in New Guinea: a review". Journal of Biogeography 28 (7): 893–925.
– Fuller, Errol (January 1997). The Lost Birds of Paradise. Voyageur Press. 
– Frith, Clifford B. (1991). Forshaw, Joseph. ed. Encyclopaedia of Animals: Birds. London: Merehurst Press. pp. 228–231.
– Irested, Martin; Jønsson, Knud A ;Fjeldså, Jon; Christidis, Les and Per GP Ericson (2009). An unexpectedly long history of sexual selection in birds-of-paradise. Evolutionary Biolgy 9.
 – Cracraft, J en Feinstein, J. (2000): What is not a bird of paradise? Molecular and morphological evidence places Macgregoria in the Meliphagidae and the Cnemophilinae near the base of the corvoid tree. 
– Sibley & Ahlquist, J. (1987). "The Lesser Melampitta is a Bird of Paradise" Emu 87: 66-68.
– Frith Clifford B. & Beehler Bruce M. (1998): The Birds of Paradise: Paradisaeidae. Oxford University Press.

– Harrison, Thomas P. (1960). "Bird of Paradise: Phoenix Redivivus". Isis 51 (2): 173–180.
– Jobling, James A. (1991). A Dictionary of Scientific Bird Names. Oxford: Oxford University Press.
– Advies en commentaar: Max Ireeuw