Uit de plankwortel van een plankwortel van een mangroveboom gesneden schild. Bovenaan is uit één stuk met het schild een zittende mensfiguur gesneden.

Een gordel van 7 cm breed met een zig-zagpatroon van lichte en donkere palmbladrepen. Er hangen over de hele lengte kwastjes aan met lusjes sagobladreep en stukjes rode stof en drie kwastjes met casuarisveren.

Een schort van sagobladreep aan een gordel. Met aan de voorzijde een stuk met twee extra lagen materiaal en versieringsrand, als een soort extra schortje.

Een gordel van ± 8 cm breed met sluiting van lus en grote bolvormige knoop. Middenvoor zit een grote kwast van sagonerfbast in verschillende lengten, die aan de bovenzijde met een patroon in licht en donker palmblad versierd is. Daaroverheen is nog een versiering van zaden. Aan de zijkanten zit nog een kluwen van repen sagonerfbast.

Een gevlochten tas voor het vervoer van persoonlijke bezittingen, zoals rook- en pruimbenodigheden. Aan de voorzijde is de tas versierd met drie randen in verschillende kleuren palmblad en kwastjes en koordjes van sagonerfbast. Het hengsel loopt aan de achterzijde kruislings door.

Een smalle, met palmblad versierde gordel (5 cm), met daaraan bevestigd drie grote, dikke kwasten van sagonerfbast, die aan de bovenzijde omwerkt zijn met repen licht en donker palmblad in zigzagpatronen.De gordel wordt omgeslagen met de sluiting aan de voorzijde, zodat één kwast achter valt en twee opzij.

Een hoofdversiering van gelooide dierenhuid met een randversiering van coix - zaden en bosjes sagobladrepen.

Uit hardhout of nibungpalmhout vervaardigde speer. De schacht heeft een breed blad versierd met verschillende motieven. De spiraalmotieven stellen ontspruitende jonge varenbladen en worden ook vergeleken met de krullende staart van de koeskoes. Het slingermotief in relief door het midden van het blad is een kronkelende worm. Het snijwerk in reliëf op de schacht boven en onder het blad stellen bladeren voor. Dit type speren was algemeen in gebruik als oorlogswapen. Tegenwoordig ook wel door mannen meegedragen tijdens (dans)feesten.

Twee haak- of knoopnaalden uit dunne botjes gebruikt om kleine vlechtjes in het haar te maken. Misschien ook om bij luswerk de draad door te halen.

Een verzameling lichaamsversiering: neusbotje (otsj) , varkensslagtanden, kettingen van snavels en pootjes.