De Yospan is een veel voorkomende zang- en dansvorm in het Indonesische deel van Nieuw-Guinea. De dans vierde hoogtij in met name de laatste decennia van de twintigste eeuw. De Yospan is een gemeenschappelijke dans die de vriendschap en verbroedering van de Papua’s uitdrukt. De dans werd voor hen een verrassende bron van inspiratie die in snel tempo lokaal werd verspreid. De onder vrijwel alle Papua's populaire muziek werd uitgezonden op lokale radiostations en ook op muziekcassettes verspreid in afgelegen dorpen. Vanaf de jaren 1980 werd de Yospan ook vaak gedanst als uiting van protest, bijvoorbeeld in de vluchtelingenkampen in het buurland Papua New Guinea. De Yospan was geliefd in heel Papua en promoveerde mede door het gebruik van lokale teksten tot een symbool voor Papuase identiteit.
Inhoud:
1. Afkomstig uit Yosim en Pancar
2. Yospan wordt officiële dans
3. Akoestische drie-snaren-bas
4. Muziekgroep Mambesak
5. De Papuanisering van muziek
6. Jaarlijke parade in Manokwari
7. Inhoud Yospan verandert
8. Links
9. Bronnen
1. Afkomstig uit Yosim en Pancar
De Yospan is een mix van een aantal traditionele volksdansen in Papua, met name van de Yosim uit de regio Sarmi bij de rivier de Mamberamo aan de noordelijke kust van Papua, en de Pancar, afkomstig van de eilanden Biak en Numfoor in de Cenderawasih Bay (die vroeger de Geelvinkbaai werd genoemd). Biak is het grootste eiland van een kleine archipel met vele atollen, riffen en koralen, Numfoor is veel kleiner en ligt net iets ten westen van Biak. De Yospan bevat ook elementen van de Lemonipis uit de Sarmi-regio en de Balengan uit Manokwari. De Yosim is van oudsher een Polynesische dans uit het Westen van Papua. De dans komt uit Serui en is uitnodigend en sociaal. Serui ligt aan de zuidkust van het eiland Yapen, omsloten door kleinere bergen en de zee. In de stad zijn regelmatig Yospan-wedstrijden. De regio rond Serui, vaak aangeduid onder de oude naam Yapen-Waropen, staat bekend vanwege zijn paradijsvogels. De Yosim zou genoemd zijn naar de in het Sarmi-gebied liggende berg Yosim. Er wordt ook gezegd dat een student uit Sarmi zijn vrienden op school in Serui de Yosim aanleerde.
De Pancar is een dans die tijdens het begin van de jaren 1960 werd ontwikkeld toen Papua nog Nederlands grondgebied was. De Pancar zou geïnspireerd zijn op de acrobatische bewegingen in de lucht van de destijds door de Nederlandse Luchtmacht gebruikte straaljagers of op een warrelend blad dat beweegt op de luchtstroming achter een straalvliegtuig. De gedanste imitatie van de Nederlandse gevechtsvliegtuigen werd eerst Pancar Gas genoemd, dat later werd afgekort tot Pancar. Tijdens de dans werden alle leden van Biakse samenleving uitgenodigd om aan deze amateuristische vorm van dansexpressie deel te nemen. De Lemonipis wordt gekenmerkt door vaste regels en gesynchroniseerde stappen. De dansers houden elkaar aan de hand vast en dansen met een grote groep in een kring in de buitenlucht onder begeleiding van een speciale begeleidingstrommel, de tifa. De groepsdans wordt wel eens voor de aanvang een belangrijke voetbalwedstrijd uitgevoerd. De Balengan uit Manokwari is meer verfijnd met maar weinig beweging van het lichaam. De stappen worden voorzichtig gezet omdat ‘de huizen in deze regio hoog boven moerassen zijn gebouwd’, zo wordt gezegd. Bijna elk dorp in Papua bezat een dansgroep die zich steeds verder ontwikkelde. Ondanks het feit dat de Yospan is samengesteld uit verschillende dansen kunnen in de dans elementen worden gevonden uit de oorspronkelijke plaatsen. Zo laat de roekeloze Pancar-dans het warme klimaat in Biak zien. De dans bestaat uit gedeelten met sprongen, die tonijn genoemd worden, en repeterende bewegingen naar voren, die garnaal heten. De danser schopt met zijn hiel krachtig tegen zijn eigen billen, dat het geluid moet verbeelden van het breken van de golven. De springende beweging voelt aan alsof men op het strand langs een brekende golf rent. De muziek wordt gespeeld door een band met gitaren, zelfgemaakte ukeleles en drums, en een gigantische basgitaar waarvan de snaren met een stok worden geslagen.
2. Yospan wordt officiële dans
Op een seminar van de regionale overheid in de jaren 1980 wordt de Yospan tot officiële dans uit de provincie Papua verkozen. De gouverneur zocht een dans voor grote evenementen om de gastvrijheid van Papua te laten zien en belangrijke bezoekers als bijvoorbeeld de president of regenten welkom te heten. In de Papua-cultuur vormt de dans van oudsher een deel van het dagelijkse leven. De Yospan bestaat uit een samenspel van een team muzikanten en een team dansers. De dans nam de plaats van de Wor in op vele openbare feesten, waarbij de tifa-drums de hulp kregen van ukeleles en gitaren. Het is afwisselend snelle en langzame muziek die meestal gepaard gaat met het drinken van palmwijn. Bewegingen die bekend zijn onder namen als Pancar Gas, Gale-Gale, Jef, Pacul Tiga, Seka, en een aangepaste Poco-poco zijn tot op de dag van vandaag nog populair. Het ritme en de zang van de Yospan zijn nu meestal gemoderniseerd met speciale effecten en geluiden uit de pop, dance en beat.
De cultuur van de regio Biak-Numfoor is gebaseerd op verening van de voorouders. Hoewel de meeste inwoners van de eilanden nu christen zijn, worden hun overtuigingen nog steeds gevormd door het zogeheten Wor-ritueel. Net als in het 'gewone' leven komen in het ritueel allerlei pech en ziekten voor. De Wor bestaat in alle aspecten van hun leven en sommige traditionele ceremonies worden nog steeds gehouden. Oorspronkelijk moest het ritme van de tifa de voorouderlijke geesten oproepen om zich bij de dansers aan te sluiten. Er bestaat een ritueel voor het knippen van de eerste haargroei (Wor Kapapnik), één voor het opgroeien (Wor Famarmar) en er is een speciaal huwelijksritueel (Wor Yakyaker Farbakbuk). Al deze ceremonies worden begeleid door zang en trommelmuziek, er wordt in een lendedoek gedanst en de voorouderlijke geesten worden opgeroepen aan te schuiven.
Audio 1: voorbeeld van Yospan-lied
Audio 2: voorbeeld van Wor-lied
3. Akoestische drie-snaren-bas
Op Biak is de traditionele Wor-dans op feesten grotendeels vervangen door de Yospan en kerkelijke liederen, met veel ruimte voor buitenlandse invloeden.De Wor werd meestal gebruikt bij speciale gelegenheden zoals de traditionele ceremonies en andere belangrijke feestelijkheden. Het instrument dat vroeger en nog steeds bij de Wor wordt gebruikt is de tifa. Deze zandlopervormige trommel is aan de bovenkant meestal met gedroogd hertenleer of hagedissenhuid bespannen om een goed en mooi geluid te kunnen produceren. Het unieke karakter van de Yospan wordt ook uitgedrukt in de kleding, de accessoires van lokale materialen, zoals bladeren van de sagopalm, en de muziekinstrumenten. De kleuren en het soort kleding die worden gebruikt, zijn bij elke dansgroep verschillend. De dansers hebben veelal wel dezelfde accessoires. De muziekinstrumenten bij de Yospan zijn de gitaar, de ukulele (Juk),de tifa en de akoestische drie-snaren-bas. Deze zelfgebouwde basgitaar heeft snaren gemaakt van de wortels van een kokospalm. Ook worden soms de vezels van de Pandanus met de hand gerold tot een stevige snaar. Muzikanten die goed bekend zijn met deze bas kunnen het instrument vaak met behulp van hun tenen spelen. De melodie en de teksten van de Yospan-dans kunnen specifiek de kracht van de dans aangeven. De Yospan-muziek met zijn levendige drums en prominente basslines voegt de culturele invloed uit Biak toe aan de westerse muziek.
4. Muziekgroep Mambesak
In 1974 vormden Arnold Ap, zijn vriend Sam Kapissa en enkele andere leeftijdgenoten op Biak de dans- en muziekgroep Manyori. Vier jaar later veranderden ze de naam in Mambesak. Ap was conservator van het Antropologisch Museum van de Cenderawasih Universiteit in Abepura (Jayapura) en presenteerde op de lokale radio een populair programma over traditionele muziek. De naam Manyori betekent heilige vogel in het Biak-Numfoors, terwijl Mambesak (paradijsvogel) werd gebruikt in geheel Papua. Veel liedjes van Mambesak zijn opgenomen in dertig lokale talen. Arnold Ap zag dat het zijn rol was om bedreigde Papua-liedjes, -talen, -verhalen en -kunst te ontdekken, te cultiveren en te ontwikkelen. Hij haalde de inspiratie voor de door hem geschreven songteksten uit met name de rijke mondelinge geschiedenis van een aantal Papua-gemeenschappen, die hij regelmatig opzocht. In 1981 werd de Yospan gedanst met muziek van Mambesak voor het kantoor van de gouverneur in Jayapura. Ap en zijn band speelden daarna regelmatig in de hoofdstad, waaronder op de universiteitscampus. In het vluchtelingenkamp East Awin in het buurland Papua New Guinea dansten jongeren in 1984 op Yospan-muziek die stond op muziekcassettes die waren verstuurd door vrienden in Jayapura. Regelmatig werd gedanst op het lied Misteri hidup, ofwel 'het mysterie van het leven'. Het lied was door de Arnold Ap in de gevangenis geschreven, enkele dagen voordat hij door militairen tijdens een (opgedrongen) vluchtpoging in april 1984 werd neergeschoten. In deze dans wordt het paddelen in een kano nagebootst. En dan te bedenken dat jongeren in East Awin nog nooit een kano of de oceaan hadden gezien. Ap schreef ook de choreografie van de Yospan-dans die in de jaren 1990 werd uitgevoerd in het Irian Jaya-paviljoen van het culturele themapark Taman Mini in Jakarta.
5. De Papuanisering van muziek
Arnold Ap wilde als conservator, componist en choreograaf een aantal elementen uit de oorspronkelijke plaatsen van de Pancar in stand houden en gebruiken als basis voor de vernieuwing. Arnold Ap en Sam Kapissa documenteerden en herschikten traditionele muziek en dans uit Papua. Nieuwe composities werden op lokale metaforen gebouwd. Elementen als verbindingsstructuren, cadans, bewegingen, gebaren en taal uit Biak werden gebruikt om muziek van elders in de archipel en daarbuiten te ‘Papuaniseren'. Liedjes werden bijvoorbeeld aan de Papua-stijl aangepast door de teksten in regionale talen te zingen en door vertrouwde muziekstructuren en lokale instrumenten te gebruiken. In de jaren 1970 klaagden Ap en Kapissa erover dat de liturgische muziek van de christelijke protestantse kerk een Europese oorsprong had en niet in hun eigen cultuur was 'geworteld'. Uit protest arrangeerden zij religieuze liederen in de lokale talen van Biak, Windesi, Skou, Yali en Aitinyo, begeleid door accordeon, de tifa, ukelele en gitaar. De tendens naar ‘Papuanisering‘ van muziek in de Protestantse Kerk breidde zich geleidelijk vanuit het noorden uit naar katholieke gemeenschappen in het zuiden. Ap en zijn status als nationale martelaar groeiden na zijn dood steeds meer uit tot inspiratiebron voor zowel de Papua's in eigen land als de Papua's in ballingschap.
6. Jaarlijke parade in Manokwari
Elk jaar wordt in februari in Manokwari een cultureel festival gehouden om te vieren dat het Evangelie naar Papua kwam. Op 5 februari 1855 gingen de Duitse zendelingen Carl Ottow en Johann Geissler aan land op het eilandje Mansinam voor de kust van Manokwari. Daar begonnen zij met het prediken van het christendom aan Papua's. Nu is de meerderheid van de Papua-bevolking christen. De parade door de straten van Manokwari-stad staat jaarlijks op de agenda van de Gereja Kristen Injili (GKI), de protestantse kerk in Papua. Tijdens het evenement komen tienduizenden christenen afkomstig uit verschillende steden en dorpen in Papua en andere provincies in Indonesië naar Manokwari om deel te nemen aan de parade. Het culturele carnaval in Manokwari is uitgegroeid tot een belangrijke toeristische attractie en op straat wordt naast andere traditionele dansen ook de Yospan gedanst. De kostuums die dan bij de Yospan worden gedragen zijn niet meer traditioneel, maar de mensen hebben moderne kleding aan. Bij andere traditionele dansen die op straat worden uitgevoerd, gaan de dansers wel traditioneel gekleed.
7. Inhoud Yospan verandert
De liedjes bij de Yospan, oorspronkelijk ontsproten aan traditionele, regionale dansen, kregen geleidelijk een andere inhoud. De dans werd hoofdzakelijk in Papua beoefend en was zeer populair geworden. Eind jaren 1980 was het de regionale commandant van het Indonesische leger, generaal-majoor Wismoyo Arismunandar, die de Yospan naar het nationale niveau bracht. Hij gebruikte de dans als middel om de communicatie tussen Indonesische migranten en Papua's te bevorderen. Militairen voerden bij verschillende gelegenheden de Yospan en ook andere dansen (zoals de Poco-Poco) uit. Het gevolg was dat Papua-tekstschrijvers niet alleen teksten schreven over een liefdesgeschiedenis tussen twee Papua's of de schoonheid van de natuur in Papua, maar dat de liedjes ook de cultus uit andere delen in Indonesië gingen bevatten. Op YouTube zijn daar diverse voorbeelden van te vinden. De Yospan is geleidelijk uitgegroeid tot een nationale dans in het hele archipel.
8. Links:
- Goed voorbeeld van Yospan in YouTube-filmpje uit 2007 en Lessen in Yospan-dans in Delft, video van Mr. Rasta 1984 (april 2010)
- Artikel over Papua-danser/choreograaf Jecko Siompo in Jakarta Post. Begin juni 2005. Kijk ook op zijn eigen site.
- Beeldmateriaal van de vervaardiging van een tifa deel 1 en deel 2.
9. Bronnen:
– Brinner, Benjamin. 2001. Music Of Biak, Irian Jaya, "Music of Indonesië" by Philip Yampolsky, Vols. 10: - Wor, Church Songs, Yospan [audio CD]. Smithsonian Folkways.
– Foley, Kathy. 1989. "Gender and Dans in Southeast Azië: From Goddess to Go-Go Girl," in: Proceedings of the 20th birthday CORD conferentie. New York: Congres on Research in Dance.
- Glazebrook, Diana. 2008. Permissive Residents. West Papuan refugees living in Papua. ANU E Press. ISBN: 9781921536229.
- Rutherford, Danilyn. 2003. Raiding the land of the foreigners. Princeton University Press
- Sweeney, Amin. 1974. Professional Malay Story-telling. Some Questions of Style and Presentation. JMBRAS, XLVI, Michigan Papers on South and Southeast Azië, University of Michigan. ISBN 0-691-09590.
Advies en commentaar: Nancy Jouwe, Sjoerd Jaarsma